Stadsrechten van Utrechtse steden

Stadsrechten voor Woerden

5 min

Woerden kreeg in 1372 stadsrechten. Dat was vrij laat. Andere plaatsen in de omgeving hadden die al veel eerder: Oudewater (1265), Gouda (1272) en Montfoort (1329). Het verlenen van stadsrechten was voor machthebbers een manier om dorpen aan zich te binden. Zeker in grensgebieden was dit een probaat middel om je gebied te beschermen tegen vijandige invloeden. Zo was ook Woerden meer dan eens het strijdtoneel tussen de graaf van Holland en de bisschop van Utrecht.

Woerden lag op de Stichts-Hollandse grens. Aanvankelijk behoorde Woerden tot het Sticht, het grondgebied van de bisschop van Utrecht. Maar aan het eind van de dertiende eeuw kwam het in handen van de graaf van Holland. Nadat in 1371 Utrecht in de persoon van Arnoud van Hoorn een nieuwe bisschop kreeg, laaiden de spanningen tussen Holland en het Sticht weer op. Willem van Naaldwijk, de baljuw van Rijnland en Woerden, nam daarop maatregelen. Hij versterkte het dorp Woerden met een kleine gracht en een aarden wal om zo Holland te kunnen verdedigen. De inwoners van Woerden, die zich hadden ingespannen voor de versterking en belast werden met de verdediging van de Hollandse oostgrens, verkregen van Holland de stadsvrijheid. Die ontvingen ze van hertog Albrecht van Beieren, de ruwaard van Holland, die als voogd optrad voor de graaf van Holland, Willem V, zijn geesteszieke broer.

Om poorter te kunnen worden moest je minstens zes weken met je hele hebben en houden in Woerden hebben gewoond.

Rechten voor inwoners

Hierbij werd onder meer bepaald dat de inwoners van de stad, de poorters, tolvrijheid hadden in het gebied van de graaf. Bovendien mochten alleen poorters van de stad binnen Woerden handel drijven. Om poorter te kunnen worden moest je minstens zes weken met je hele hebben en houden in Woerden hebben gewoond, waarna de schout en twee gezworenen je als poorter konden erkennen. Het stadsbestuur zou bestaan uit een schout, zeven schepenen, twee raadsmannen en een secretaris (klerk). Zij werden benoemd door de graaf, of namens hem door de baljuw, en zij mochten eigen keuren (stedelijke verordeningen) vaststellen, die ook weer door de graaf bekrachtigd dienden te worden. Voorts zou de stedelijke vierschaar (rechtbank) zich niet bemoeien met gevangenen die geen poorter waren. De laatste bepaling van de stadsrechten betrof de hoogte van de boetes, die onder bepaalde omstandigheden verdubbeld werden.

Stadsrechten

Het originele document met de stadsrechten is verloren gegaan. Wel zijn er nog twee archiefstukken die dicht in de buurt komen van het stuk uit 1372. Een stuk is een afschrift uit de zestiende eeuw (inv. nr. 23 uit het stadsarchief). Van dit stuk wordt gedacht dat de tekst vrijwel identiek is aan die van 1372. Dan is er een ander stuk, een charter uit 1393, waarbij de rechten worden uitgebreid (inv.nr. 54 uit het stadsarchief). Dit stuk komt qua vorm het dichtste in de buurt van de originele stadsrechten.

De datering van het originele stuk, opgenomen in het afschrift, behoeft nog enige toelichting. De akte is gedateerd op Sint-Gregoriusdag 1371. Omdat aan het hof van hertog Albrecht de paasstijl gold, wat wil zeggen dat op pasen het nieuwe jaar begon, kreeg Woerden naar onze tijdrekening in 1372 de stadsrechten.

Bekijk hier een toneelstuk over het verkrijgen van de stadsrechten

Dit verhaal is geschreven door RHC Rijnstreek en Lopikerwaard.

Meer lezen

Transcriptie van een 16e-eeuw afschrift van de stadsrechtoorkonde van Woerden (stadsarchief inv. 23) op de website van het RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, beheerder van deze documenten.

Van Rooijen, Frank, “Voor onse goede luden… De stadsrechten van Woerden.” Heemtijdinghen 58, nr. 1 (maart 2022): 1-21. Er bestaan meerdere studies aangaande de stadsrechten. Het artikel van Frank van Rooijen is een van de meest recente en gezaghebbende.

Verhaal van Woerden: Het jaar 1372: Woerden krijgt stadsrechten.